Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [Resch.] Ik heb gezien een [56]gewelddrijvenden [57]goddeloze, die zich [58]uitbreidde als een groene [59]inlandse boom. 56. Of, verschrikkelijke tiran. 57. Hoedanig geweest zijn, Saul, Doeg, Absalom, Achitofel, enz. 58. Of, zich ontdoende. Hebr. eigenlijk, zich ontblotende; omdat de stam, die tevoren, [als de takken klein en dicht aan elkander rondom het bovenste van den stam waren] als bedekt was, daarna, als de takken groot worden en zich uitbreiden, ontbloot wordt. 59. Of, zelfs gewassen, die niet elders gebracht en overgeplant is, maar uit zijn eigen natuurlijken grond is opgekomen, daarop staande gebleven, en gemeenlijk langer duurt en beter groeit dan een die verplant is. Het Hebr. woord betekent ook een inboorling, gesteld tegen een vreemdeling, Ex.12:19. Lev.16:29. sommigen verstaan hier een laurierboom, anderen een cederboom, doch de eigen betekent van het woord is in den tekst gevolgd.